Veilig verscholen tussen vier natuurlijke barrières, de Atacama-woestijn in het noorden, het Andesgebergte in het oosten, de Zuidpool in het zuiden en de Stille Oceaan in het westen, ligt Chili dat dankzij deze barrières een wijnland bij uitstek is. Het is er droog en warm, maar dankzij een briesje vanaf de zee of de bergen nooit zinderend heet. Druiven zijn er dól op. Vandaar ook dat Chili een van de bekendste wijnlanden van de Nieuwe Wereld is, met wijnen met een grandioze prijs-kwaliteitverhouding. Met dank aan Spaanse veroveraars en Benedictijner monniken.
Zoals al gemeld, staan de Spaanse conquistadores aan de basis van de Chileense wijn successen. In het midden van de zestiende eeuw brachten zijn de eerste wijnstokken naar het land dat qua vorm veel wegheeft van een chilipeper: smal en langgerekt. De wijn was in eerste instantie bedoeld voor Benedictijner monniken, die in het meer dan 4300 kilometer lange land op pad werden gestuurd om de Chileense bevolking te bekeren. En je kunt het je voorstellen: zo’n tocht maakt dorstig.
Drie eeuwen later waren het de Fransen die grote invloed uitoefenden op de Chileense wijnbouw. Want nadat de druifluis in de negentiende eeuw een spoor van verwoesting achterliet in Europese wijngaarden, waren het vooral wijnmakers uit Frankrijk die de oceaan overstaken en zich in Chili vestigden. Met in hun bagage de nobele Franse rassen die ze wisten te redden uit de kaken van de vreetgrage luis. Enkele jaren later bestormden de eerste Chileense wijnen de Europese markt. Daar vielen ze direct in de prijzen, de rode en de Chileense witte wijnen. Het Zuid-Amerikaanse land had z’n plek op de internationale wijnkaart verdiend en heeft die nooit meer afgestaan.
Tot eind vorige eeuw kwam wijn vooral uit de kelders rondom de hoofdstad Santiago, in het warme en vruchtbare Central Valley. Cabernet Sauvignon van topkwaliteit werd vooral gemaakt in Maipo Valley. Pas sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn ook andere wijnregio’s stevig op de kaart gezet, zoals de jonge wijnstreek Casablanca Valley aan de kust en de meest zuidelijk gelegen wijnregio Bio, waar druivenrassen als Chardonnay, Riesling en Gewürztraminer bijzonder fraaie Chileense witte wijn voortbrengen. Alles bij elkaar is zo’n 125.000 hectare met druiven aangeplant. Daarvan wordt 75 procent in beslag genomen door blauwe druiven, met cabernet sauvignon, Merlot en Carménère als belangrijkste rassen.
Die flinke deken van wijngaarden die over het landschap is gedrapeerd, maakt Chili – na Argentinië - tot het grootste wijnland van Zuid-Amerika. Bovendien is het langgerekte Chili een bijzonder interessant wijnland. De klimaatverschillen tussen noord en zuid zijn namelijk groot. In het noorden is het te heet voor druiven, in het zuiden hebben ze last van kou en vocht. Ergo: het centrale deel van het Zuid-Amerikaanse land is het meest geschikt voor wijnbouw. De wijngaarden profiteren hier van het smeltwater van de Andes dat van het oosten naar het westen via rivierdalen wordt afgevoerd naar de Stille Oceaan.
Elk rivierdal en elke vallei heeft een eigen microklimaat, dat van invloed is op de wijngaarden. Met andere woorden: elke regio in Chili heeft z’n eigen specifieke kwaliteiten en biedt zo de perfecte omstandigheden voor specifieke druiven. Zo vinden we in het centraal gelegen Rapel Valley vooral rode rassen, terwijl de kustregio Casablanca Valley de ideale thuisbasis is voor rassen als sauvignon blanc en chardonnay waarvan grandioze en expressieve Chileense witte wijnen worden gemaakt.
In Chili staan vooral traditionele Franse druivenrassen aangeplant. Toch is duidelijk te proeven dat Chileense wijnen Nieuwe Wereldwijnen zijn. Ze zijn namelijk veelal fruitiger, soepeler en sappiger dan hun Europese collega’s. De drie belangrijkste witte rassen zetten we hieronder op een rij.
Deze witte druif, waarvan de wieg in de Loire in Frankrijk staat, is hard op weg om dé trots van Chili te worden. Waar Chileense wijnmakers zich voorheen vooral concentreerde op blauwe rassen als cabernet sauvignon en carménère, wordt Sauvignon Blanc nu meer en meer aangeplant. Van alle wijngaarden in dit land, neemt sauvignon blanc inmiddels bijna 15.500 hectare in beslag. Het is vooral in de koelere wijngaarden, zoals in de Casablanca Valley, dat de druif die bijzonder geliefde aromatische stijl laat zien waar wijndrinkers zo van houden.
De afgelopen decennia hebben wijnmakers de kracht van de verschillende terroirs steeds beter ontdekt. Met de Chileense witte wijn van sauvignon blanc boeken zij dan ook steeds grotere successen in de koele klimaten langs de kust en in de uitlopers van het Andesgebergte. Hier ontwikkelt de druif smaken van citrus en tropisch fruit met een fraaie minerale ondertoon.
Lekker bij: gegrilde vis, gamba’s, zeevruchten, krab, gegrilde groenten en salades met kip of avocado
Chardonnay is wereldwijd de favoriete witte druif omdat-ie zich als geen ander weet aan te passen aan het terroir. Chardonnay wordt daarom ook wel de kameleon onder de druiven genoemd. De witte druif doet het daarom goed in de koelere Chileense gebieden, waar-ie prachtige tropische fruittonen en een aantrekkelijke mineraliteit opdoet.
Lekker bij: wit vlees als kip, visgerechten, gamba’s en romige pasta’s
Tot midden jaren zestig was sémillon de meest aangeplante witte druif in Chili. Daarna verdween-ie wat uit beeld om nu zijn plek in de spotlights weer op te eisen. En terecht, want deze druif creëert pittige, complexe en uitgesproken Chileense witte wijnen.
Lekker bij: visgerechten, gerookte zalm, garnalen, mosselen en salades