Portugal is zeker niet het grootste wijnland ter wereld. En wie aan Portugal denkt, denkt waarschijnlijk het eerst aan Port. Begrijpelijk, maar ook jammer. Daarmee doen we dit traditionele wijnland namelijk echt te kort. Want wist je dat Portugal zeker 250 inheemse druivenrassen rijk is waar grandioze wijnen van worden gemaakt? En dan worden er ook nog eens prachtwijnen gemaakt, in rood, wit en rosé, van de beroemde internationale rassen. Keuze genoeg dus. Ook voor de avontuurlijke wijndrinker, want in Portugal vallen al eeuwen veel goede wijnen te ontdekken!
Wie nu geniet van een goed glas Portugese rode wijn, doet er goed aan zich te realiseren dat dat het resultaat is van een rijke wijngeschiedenis van meer dan vierduizend jaar. Tweeduizend jaar voor Christus werden er door de Tartessians namelijk al wijnstokken verbouwd langs de oevers van de Taag. Vlak voor het begin van onze jaartelling namen de Feniciërs dat ambacht over en ontwikkelden verschillende druivenrassen en wijnbereidingsmethoden, waarna achtereenvolgens de Kelten, Grieken en Romeinen hun stempel drukten op de wijngeschiedenis.
Het belangrijkst voor de wijnbouw in Portugal waren echter de Benedictijner en Cisterciënzer monniken. Vanaf de elfde eeuw bouwden zij hun kerken en kloosters aan de voet van vruchtbare heuvels en omlijstten die met wijngaarden. Zij stonden aan de basis van de Portugese wijntradities en wijnregels, die nog altijd van grote invloed zijn op de kwaliteit van Portugese wijnen. Het huwelijk tussen Johan I van Portugal en de Engelse Filippa van Lancester in 1387 zorgde ervoor dat Portugese wijnen voet in het buitenland zetten. Een in 1703 gesloten handelsverdrag tussen beide landen, gaf de zoete wijn uit Portugal een extra zetje.
Vanaf dat moment raakte de populariteit van Portugese rode wijn in een stroomversnelling. Schepen volgeladen met Port vertrokken uit de Portugese havens en bereikten ook het Russische keizerlijke hof. Daar viel de versterkte Portugese rode wijn zo in de smaak, dat aan het eind van de achttiende eeuw zo ongeveer de helft van geëxporteerde wijn naar Rusland werd verscheept. Want ook daar lustte men wel een glas Port, waarvan de kwaliteit inmiddels met strenge regels werd bewaakt.
Die strenge kwaliteitsbewaking werd medio achttiende eeuw ingevoerd door premier Marquês de Pombal. Hij zorgde ervoor dat Port een wettelijk beschermde naam kreeg en dat die alleen mag worden gevoerd door de versterkte rode wijn die in Douro Vallei wordt gemaakt. De porstreek was daarmee het eerste gebied in Europa dat wettelijke bescherming genoot. Het Franse Bordeaux volgde ongeveer een eeuw later.
Fast forward naar 1986, toen Portugal toetrad tot de Europese Unie. Ruim een eeuw daarvoor had de gevreesde druifluis zich een verwoestende weg gebaand door de Portugese wijngaarden. De toetreding tot de EU opende de grenzen voor investeerders en de Portugese wijnbouw mocht rekenen op grote financiële steun. Vier jaar later, in 1990, werd bovendien de wijnclassificatie herzien en afgestemd op Europese regelgeving. Dit kwam de kwaliteit én de populariteit van Portugese wijnen gigantisch ten goede. Door authentieke en inheemse rassen te combineren met moderne en internationale technieken, weten Portugese wijnmakers tegenwoordig fenomenale wijnen te maken die zich echt onderscheiden van wijnen uit andere landen en daarbij uitblinken in kwaliteit.
Met een ongelooflijk scala aan inheemse druivenrassen, is het haast onmogelijk om een selectie van belangrijkste druiven voor Portugese rode wijn terug te brengen naar slechts drie rassen. Toch hebben we die lijst gemaakt, met daarbij de belangrijkste regio’s en fraaiste wijn-spijscombinaties.
Het onbetwiste vlaggenschip van Portugal. De Touriga Nacional is heer en meester in de Douro Vallei en de belangrijkste druif voor Port. Overigens zijn in die versterkte Portugese rode wijn slechts vier andere rassen toegestaan: tinta roriz (die in Spanje onder de naam tempranillo door het leven gaat), tinta barroca, tinta câo en tinta francisca. Vanwege z’n diepe en intense smaak - denk aan bosvruchten, pruimen, bramen, cacao en peper - en hoge tanninegehalte, wordt de druif ook wel de cabernet sauvignon van Portugal genoemd. De druif toont zich fruitig en kruidig in een rode wijn, verwerkt in Port zorgt touriga nacional voor zoete en nog intensere aroma’s.
Wijn van touriga nacional is bij uitstek geschikt om te rijpen in eikenhouten vaten, dit geeft de Portugese rode wijn die mooie en volle ronde smaak. En eenmaal toevertrouwd aan de fles, kan een wijn van deze druif nog jaren doorrijpen. Een jaar of vijf is geen uitzondering.
In Port lekker bij desserts met chocola, jonge kaas en brie (Tawny Port), gerijpte kaas, blauwe stilton en Gruyere (Ruby en Vintage Port)
In wijn lekker bij stoofschotels met rund- of lamsvlees
In Spanje noemen ze deze blauwe druif tempranillo, de Portugezen noemen ‘m tinta roriz. De druif geeft een dieprode kleur aan wijn en is verantwoordelijk voor de fruitige aroma’s van bosvruchten, bramen, aardbeien, bosbessen, zwarte kersen en framboos. Dankzij die tonen is de tinta roriz de ideale blendpartner die zorgt voor weelderige en soepele smaken.
Lekker bij: rood vlees van de grill, worst en geroosterde eend
De alicante bouschet is misschien wel de bijzonderste druif van dit trio. De van oorsprong Franse kruising tussen petit bouschet en grenache noir is namelijk een teinturier! Een wat? Een teinturier: een druif waarvan niet alleen de schil, maar ook het sap roodgekleurd is. En dat is bijzonder! De druif heeft Frankrijk inmiddels verlaten om wijnsuccessen te scoren in Portugal. Meestal in een blend en een enkele keer, als de wijnmaker het aandurft, solo. Want alleen de allerbest ambachtslieden weten deze unieke druif om te toveren tot een volle en zachte Portugese rode wijn bomvol sappig fruit en fraaie kruiden.
Lekker bij: gegrild rood vlees, denk aan biefstuk en rosbief, en stoofvlees